In de Verenigde Staten zijn er in de loop der jaren verschillende beroemde octrooi-inbreukzaken geweest. Hier zijn een paar opmerkelijke voorbeelden:
Apple Inc. tegen Samsung Electronics Co.
Deze spraakmakende zaak omvatte een reeks rechtszaken die door Apple tegen Samsung waren aangespannen, waarbij werd beweerd dat de smartphones en tablets van Samsung inbreuk maakten op de ontwerp- en gebruiksoctrooien van Apple. De juridische strijd duurde meerdere jaren, waarbij beide bedrijven verschillende claims wonnen en verloren. In 2012 kende een jury Apple een schadevergoeding van meer dan $1 miljard toe, maar het bedrag werd later in hoger beroep verlaagd.
Diamant tegen Chakrabarty
Ananda Chakrabarty, een wetenschapper bij General Electric, diende in 1980 in deze belangrijke zaak een patentaanvraag in voor een genetisch gewijzigde microbe die ruwe olie zou kunnen afbreken. Het Amerikaanse Hooggerechtshof oordeelde dat levende organismen gepatenteerd konden worden, waarmee een precedent werd geschapen voor de octrooieerbaarheid van genetisch gemanipuleerde organismen.
Markman tegen Westview Instruments, Inc.
Deze zaak uit 1996 schiep een belangrijk precedent met betrekking tot de interpretatie van octrooiconclusies. Het Hooggerechtshof oordeelde dat de constructie van octrooiaanspraken een rechtsvraag is waarover de rechter moet beslissen, en niet een feitelijke kwestie waarover de jury moet beslissen. Deze beslissing verduidelijkte de rol van rechters bij de constructie van claims, wat aanzienlijke gevolgen heeft voor octrooigeschillen.
Polaroid Corp. tegen Kodak
In deze zaak klaagde Polaroid eind jaren zeventig Eastman Kodak aan wegens patentinbreuk. Polaroid beschikte over verschillende patenten met betrekking tot instantfotografie, en zij beweerden dat de instantcamera's en film van Kodak hun patenten schonden. De zaak eindigde met een schikking in 1970, waarbij Kodak ermee instemde Polaroid $ 1991 miljoen te betalen.
Alice Corp. tegen CLS Bank International
Deze zaak uit 2014 had betrekking op softwarepatenten en de geschiktheid daarvan volgens de Amerikaanse octrooiwetgeving. Het Hooggerechtshof oordeelde dat abstracte ideeën die op een computer worden geïmplementeerd, niet in aanmerking komen voor octrooibescherming, tenzij er sprake is van een inventief concept dat het idee omzet in een uitvinding die voor octrooi in aanmerking komt. Deze beslissing had een aanzienlijke impact op softwaregerelateerde patenten.
Apple Inc. v. VirnetX Inc.
Deze juridische strijd begon in 2010 toen VirnetX Apple aanklaagde wegens schending van zijn patenten met betrekking tot veilige communicatieprotocollen. In de zaak zijn meerdere processen en beroepen gevoerd, waarbij aan beide partijen vonnissen en schadevergoedingen zijn toegekend. De rechtszaken draaien vooral om de FaceTime- en VPN On-Demand-functies van Apple.
Onderzoek in beweging (RIM) versus NTP
In deze zaak klaagde NTP, een patentholding, Research in Motion, het bedrijf achter BlackBerry-smartphones, aan wegens schending van zijn patenten met betrekking tot draadloze e-mailbezorging. De zaak duurde meerdere jaren en eindigde in 2006 met een schikking van $ 612.5 miljoen, betaald door RIM aan NTP.
Intel Corporation tegen ULSI System Technology, Inc.
Eind jaren tachtig spande Intel een rechtszaak aan tegen ULSI System Technology, waarbij het bedrijf werd beschuldigd van inbreuk op zijn microprocessorpatenten. De zaak resulteerde in 1980 in een schikking, waarbij ULSI ermee instemde Intel een aanzienlijk bedrag aan schadevergoeding en licentiekosten te betalen.
Microsoft Corp. v. i4i Limited Partnership
Deze zaak, die in 2011 door het Hooggerechtshof werd beslist, draaide om een patent van i4i met betrekking tot XML-technologie. Microsoft bleek opzettelijk inbreuk te hebben gemaakt op het patent van i4i in zijn Microsoft Word-software. Het Hof bevestigde de beslissing van de lagere rechtbank en bevestigde de eis van duidelijk en overtuigend bewijs van de ongeldigheid van het octrooi.
InterDigital Communications, LLC tegen Nokia Corp.
In 2006 heeft InterDigital, een bedrijf op het gebied van draadloze technologie, een rechtszaak aangespannen wegens inbreuk op patenten tegen Nokia, omdat Nokia's mobiele telefoons inbreuk zouden maken op haar patenten op het gebied van draadloze communicatie. De zaak leidde uiteindelijk tot een schikking in 2008, waarbij Nokia ermee instemde InterDigital een aanzienlijk bedrag aan royalty's te betalen.
Oracle America, Inc. versus Google, Inc.
Deze spraakmakende zaak betrof de bewering van Oracle dat het Android-besturingssysteem van Google inbreuk maakte op de auteursrechten en patenten van Oracle met betrekking tot de programmeertaal Java. De juridische strijd duurde meer dan tien jaar, met meerdere processen en beroepen. In 2018 weigerde het Hooggerechtshof het beroep van Google te behandelen, waardoor de uitspraak van de lagere rechtbank in het voordeel van Oracle bleef, wat aanzienlijke gevolgen zou kunnen hebben voor het auteursrecht op software en voor redelijk gebruik.
Boston Scientific Corp. tegen Johnson & Johnson
Deze zaak betrof een geschil tussen bedrijven voor medische apparatuur Boston Scientific en Johnson & Johnson over patenten met betrekking tot hartstenttechnologie. De rechtszaak begon in 2015 en in 2019 kende een jury Boston Scientific een schadevergoeding van meer dan $ 400 miljoen toe. De zaak benadrukte het hevig competitieve karakter van de industrie voor medische hulpmiddelen en het belang van de bescherming van intellectueel eigendom.
BlackBerry Limited tegen Facebook, Inc.
In 2018 spande BlackBerry een rechtszaak aan tegen Facebook en haar dochterondernemingen, waaronder WhatsApp en Instagram. BlackBerry beweerde dat deze bedrijven de gepatenteerde berichtentechnologie op hun platforms hadden gekopieerd en gebruikt. De zaak loopt nog en de uitkomst kan gevolgen hebben voor de berichtenapp-industrie.
Amgen Inc. tegen Sanofi
Deze zaak betrof een patentgeschil tussen farmaceutische bedrijven Amgen en Sanofi over een baanbrekend cholesterolverlagend medicijn genaamd Praluent. De rechtszaak draaide om de geldigheid en inbreuk op de patenten van Amgen. De zaak ging door verschillende processen en beroepen, met gemengde uitspraken. Uiteindelijk bereikten de bedrijven in 2019 een schikking, waarmee hun geschillen werden opgelost.